Noodvermogen op een zonnige zondag

Afgelopen week was de gemiddelde Nederlandse spotprijs 61,3 €/MWh. Op maandag zagen we de Nederlandse spotprijzen in de avond op 155 €/MWh eindigen. In Duitsland was datzelfde uur 175 €/MWh. In het weekend ervoor waren de prijzen dusdanig laag dat er weinig conventionele centrales aanstonden. Op maandag zakte de wind in het tweede gedeelte volledig weg waardoor er een hoop centrales aan moesten, waarbij er rekening moest worden gehouden met fikse startkosten. Het restant van de week had te maken met wisselvallige hoeveelheden zon- en windopwek. Gedurende het weekend bleef Nederland duurder ten opzichte van naburige landen. Op zaterdag importeerden we veel stroom en exporteerden dit onder andere naar het Verenigd Koninkrijk. De Franse spotprijzen bleven wederom een stuk lager ten opzichte van de Nederlandse en Duitse spotprijzen. Afgelopen week was de spread tussen Nederland en Frankrijk 22 euro.
Op zondag was er veel meer zonopwek dan initieel voorspeld was. TenneT activeerde uiteindelijk 2 uur lang afregelend noodvermogen omdat er een overschot aan stroom was. Enkele uren waren de onbalansprijzen zeer negatief en schoten deze naar -1100 €/MWh.
TTF bleef heel stabiel. De gemiddelde day-ahead prijs van gas was 27,6 €/MWh. Tegen het einde van de week hadden de gascontracten voor de zomermaanden bijna een halve euro ingeleverd en sloten deze om en nabij de 27,3 €/MWh. CO2 kwam gedurende de week iets af en sloot net boven de 60 €/EUA. Het Nederlandse stroomcontract voor april werd iets goedkoper en sloot uiteindelijk op 52,4 €/MWh. Mei sloot 50 cent hoger op 46,3 €/MWh.

Voor volgend jaar bleven de meeste prijzen redelijk stabiel. De gasprijs werd 20 eurocent duurder en noteerde 31,4 €/MWh tegen het einde van de week. CO2 werd een halve euro duurder en sloot net boven de 64 €/EUA. De CAL-25 voor Nederlandse stroom liep met anderhalve euro op tot 77,6 €/MWh.